image/svg+xml

Het juridische verschil tussen het voorzetsel ,,Op" of ,,Aan"

Verhaal

Het juridische verschil tussen het voorzetsel ,,Op" of ,,Aan"

Plaatje bij verhaal: 222-3748.jpg

In februari 1901 en april 1901 is er in de gemeente Steenwijkerwold ineens sprake van een juridische interpretatie van de voorzetsels : Op of Aan.  De aanleiding is niet geheel duidelijk evenmin het vervolg. In later jaren komt het onderwerp niet meer terug op de raadsagenda. Een voorbeeld van ,,onbeslist".

Maar waar gaat het om? De vraag wordt door het College van Burgemeester en Wethouders aan een jurist in Heerenveen voorgelegd. Het College wil zich niet op glad isj begeven maar goed beslagen ten ijs komen. De inzet is dat de gemeente kosten maakt voor de toren van de Hervormde kerk in Steenwijkerwold. Die kosten bedragen net geen 124 gulden per jaar en bestaan uit het verzekeren van de toren en het salaris voor de klokluider/ster (zie de klokkenluidster van Steenwijk).

124 Gulden is geen wereldbedrag maar de achterliggende gedachte is een juridische. Is de gemeente volgens de Staatsregeling van 1798 wel eigenaar van deze toren. Als dat zo is dan vloeit daar automatisch een onderhoudsplicht uit voort. Vrijwel gaat het dan altijd om een toren die van belang is als uitkijkpost bij oorlogsdreiging. De burgerlijke overheid moest dan altijd toegang hebben tot de kerktoren. Ook nu zijn op basis van deze Staatsregeling en om genoemde reden vrijwel alle kerktorens eigendom van de burgerlijke overheid.

Waarom wordt dat in Steenwjkerwold in 1901 ineens in twijfel getrokken? Het kardinale verschil zit in de woordelijke interpretatie van Op of Aan. De Staatsregeling geeft aanleiding om te denken dat het vooral om kerktorens gaat die aan de kerk zijn gebouwd en doorgaans een los element kunnen vormen ten opzichte van het kerkgebouw. Als voorbeeld de Martinikerk in Groningen, de toren heeft een eigen nummer: Grote Markt 1 en de kerk: Martinikerkhof 3 (het broodhuisje heeft het huisnummer 2). In Steenwijk heeft de Grote of Sint Clemenskerk volgens GeoWeb Kerkstraat huisnummer 22 en 24. Dat kan er op wijzen dat toren en kerk gescheiden zijn van elkaar. Zowel in Groningen als in Steenwijk staat de toren ,,aan" de kerk. Een heel ander maar wel duidelijker voorbeeld is de kerk van Vollenhove op Kerkplein 4 en de toren op Kerkplein 3. Hier kan alleen al om deze reden geen verschil van inzicht zijn over het beheer en onderhoud van de toren: dat was de gemeente Stad Vollenhove en de rechtsopvolgers. Daar komt nog bij dat kerk en toren los van elkaar staan en dat de toren van Vollenhove veel eerder deel uitmaakte van het stadhuis. In de toren bevond zich het cachot en het gemeentelijk archief (zie ook: toren met geheimen). 

In Steenwijkerwold staat de toren of de spits ,,op" de kerk. Daar wringt de schoen. Het College van B&W gaat nu uit van het feit dat de burgerlijke overheid nooit zelfstandig naar de toren kan gaan zonder eerst de ingang van de kerk te betreden. De ambtenaar moet dus altijd de toren via het eigendom van de Nederlands Hervormde kerk naar de toren. 

In februari 1901 stuurt het College van B&W een voorstel naar de raad om de onderhoudsplicht te beëindigen en daarmee het bedrag van 124 gulden per jaar uit te sparen. In zowel oktober 1889 als in oktober 1890 wordt door de raad in de rondvraag gewezen op noodzakelijk onderhoud aan de toren. In 1889 is dat onderhoud voor een betrekkelijk klein bedrag ook daadwerkelijk uitgevoerd. De gemeente heeft altijd de onderhoudsplicht op zich genomen zonder zichzelf de eigendomsvraag of rechtmatigheidsvraag te stellen. De reactie van de de Kerkvoogdij van de Nederlands Hervormde kerk laat zich raden: zij zullen geen medewerking verlenen aan deze gang van zaken temeer daar de gemeente al enkele decennia de zorgt voor het onderhoud en de kosten voor de verzekering voldoet. Opmerkelijk is dat de verzekering op naam staat van de Kerkvoogdij. De toren zelf staat weer op de lijst van eigendommen van de gemeente. 

De raad gaat met 10 stemmen akkoord met het raadsvoorstel, 2 stemmen tegen te weten van de President Kerkvoogd en nog een betrokkene.

Nu is er op dit raadsvoorstel wel wat aan te merken:

de gemeente Steenwijkerwold had een einde moeten maken aan het vermeende eigendom en vervolgens in overleg met de kerkvoogdij een regeling treffen om tot een afkoopsom te komen. Er kan gedacht worde aan een afbouwregeling: 1e jaar 100%, 2e jaar 75% en zo verder tot vanaf het 5e jaar het onderhoud en de verzekering geheel voor de kerkvoogdij zijn. Hier had de jurist in Heerenveen een aanvullend voorstel voor kunnen schrijven maar zover is het niet gekomen.

In het begin werd al aangegeven dat het onderwerp niet meer terugkeert, het komt even plotseling op de raadsagenda maar verdwijnt er ook weer net zo snel vandaan. Het hoe en waarom is niet duidelijk.

bijdrage geplaatst: Goede Vrijdag 2018 (30 maart)

afbeelding: auteur

bron: Gemeentearchief Steenwijkerland, Raadsnotulen Steenwijkerwold 21.13 (1901)

 

 

Periode:2/1901-4/1901
Locatie:Steenwijkerwold

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.